dinsdag 6 april 2021

CO2-metingen en corona; België versus Nederland

Chris Neyens
gemiddelde leestijd 4 minuten

Begin maart hoorde ik van mijn Nederlandse collega’s dat hun minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Hugo de Jonge niet veel ziet in CO2-metingen en ventilatie als coronamaatregelen. Ik las op de Nederlandse-nieuwssite Nu.nl dat onze Belgische viroloog Marc Van Ranst het hier niet mee eens is. Goede ventilatie maakt volgens hem de kans dat een persoon met corona iemand anders besmet zeer klein.

België neemt virologen serieus

In ons land wordt erover gesproken om CO₂-metingen als voorwaarde te stellen voor het openen van o.a. restaurants. Dat zien ze in Nederland anders, al maken scholen daar wel gebruik van CO2-meters. Ze hebben opdracht gekregen de ventilatie in hun gebouw te controleren, vanwege het risico op coronabesmettingen.

Ventilatie verkleint kans op besmetting

Het is verstandig om CO2-meters in openbare ruimtes te plaatsen omdat het gehalte CO₂ in de lucht niet alleen iets zegt over de luchtkwaliteit, maar ook over de mate van ventilatie. Experts geven aan dat een goede ventilatie de kans op coronabesmetting verkleint. Als de CO2-sensor aangeeft dat het CO₂-gehalte boven de 800 ppm uitkomt, zou je deuren en/of ramen moeten openen. Tenminste, als er geen ventilatiesysteem aanwezig is.


Dat je de kans op besmetting van de lucht met ziektekiemen door goede ventilatie kunt voorkomen, weten we natuurlijk ook door praktijkvoorbeelden in ziekenhuizen, farmaceutische bedrijven en laboratoria. Hier kan een besmetting van de lucht met ziektekiemen leiden tot verontreiniging van producten of gereedschappen. En de luchtkwaliteit in bijvoorbeeld een operatiekamer is van grote invloed op de kans op wondinfectie na een operatie. Soms moeten operatieafdelingen zelfs sluiten als gevolg van een slechte luchtkwaliteit. In productieruimtes binnen de farmaceutische industrie kunnen kleine schommelingen in het binnenklimaat al leiden tot een vermindering van de kwaliteit van geneesmiddelen, wat grote gevolgen kan hebben.

Advies Hoge Gezondheidsraad

Op 29 april 2020 werd in België de Hoge Gezondheidsraad (HGR) om advies gevraagd over de verspreiding van het COVID-19 (SARS-CoV-2-virus) via verwarmings-, ventilatie- en airconditioningsinstallaties (HVAC) in gebouwen anders dan ziekenhuizen. En op 16 november 2020 vroeg onze coronacommissaris Pedro Facon aan de HGR om na te gaan of er sinds dit advies nieuwe inzichten zijn op dit gebied. 

Uit het rapport bleek dat er niet langer wordt getwijfeld aan de verspreiding van de corona via aerosolen, al bestaat er nog onduidelijkheid over het belang ervan in vergelijking met andere manieren van overdracht. In plaats van het vorige advies (waarin alleen specifieke vragen uit de vastgoedsector werden beantwoord) te herzien, heeft de HGR een volledig nieuw advies opgesteld. Hierin worden aanbevelingen gedaan voor alle sectoren, met uitzondering van ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen.

Natuurlijke of mechanische ventilatie

In het HGR-rapport staat beschreven dat ventilatie bij voorkeur voor 100% met verse lucht wordt uitgevoerd, waarbij recirculatie, indien mogelijk, wordt uitgeschakeld. De ventilatie kan mechanisch of natuurlijk (openen van ramen en/of deuren) gebeuren. Mechanische ventilatie maakt over het algemeen een betere controle van de luchtstromen mogelijk dan geheel of gedeeltelijk natuurlijke ventilatie. Volledig natuurlijke ventilatie is enkel afhankelijk van de stuwende krachten door wind- en temperatuurverschillen tussen de binnen- en buitenlucht.

Het doel van ventilatie is te zorgen voor de verversing van de lucht in gebouwen door afvoer van vervuilde binnenlucht en toevoer van verse buitenlucht. In sommige gebouwen maakt ventilatie deel uit het systeem voor verwarming, ventilatie en airconditioning (VVA) of in het Engels heating, ventilation and airconditioning (HVAC).

CO2 als indicatie voor de luchtkwaliteit

Waarom geeft het CO2-gehalte nu een goede indicatie van de luchtkwaliteit in een ruimte, en dus van de kwaliteit van de ventilatie? De lucht die wordt uitgeademd door aanwezige personen verhoogt snel de CO2-concentratie. Er is dus een direct verband tussen de CO2-concentratie, het aantal personen in de ruimte en het ventilatiedebiet - voor zover er naast de aanwezigheid van personen geen andere CO2-bronnen in de ruimte zijn. 

CO2-sensoren kunnen worden gebruikt als indicator om de waarschijnlijkheid van besmetting met aerogene ziekteverwekkers te beoordelen, want de uitgeademde lucht bevat natuurlijk niet alleen koolstofdioxide, maar ook potentieel besmettelijke aerosolen. Door te ventileren verdun je de concentratie besmettelijke deeltjes, waardoor de blootstelling aan deze deeltjes wordt verminderd. In het kader van de strijd tegen COVID19 kan het meten van het CO2-peil dus ook nuttig zijn. 


Enkele kanttekeningen zijn er wel. In ruimtes met een lage bezettingsgraad in verhouding tot hun oppervlakte/volume kan een laag CO2-gehalte niet zomaar worden geïnterpreteerd als een garantie voor veiligheid met betrekking tot overdracht van het virus. Het besmettingsrisico kan namelijk sterk toenemen als mensen elkaar vaak ontmoeten, dicht bij elkaar zitten of wanneer de richting waarin ze zitten, ongunstig is ten opzichte van de luchtverplaatsing. 

Daarnaast is er nog het risico op meetfouten en de onbetrouwbaarheid van de gebruikte meetinstrumenten. Sommige goedkope sensoren kunnen onnauwkeurige meetresultaten geven (tot 200 ppm). Bovendien kunnen sensoren een drift vertonen, waardoor een regelmatige ijking noodzakelijk is

Automatisch luchtkwaliteit beheersen

Een ander punt is dat niet iedereen voor een veilige, gezonde luchtkwaliteit steeds zelf een meetinstrument in de gaten wil houden om te bepalen of er een raam open moet. Een oplossing hiervoor is het 100% draadloze Produal Proxima-platform. Dit meetsysteem stuurt via het gebouwbeheersysteem o.a. de ventilatie aan met behulp van volledig draadloze CO2-transmitters om zo de luchtkwaliteit te optimaliseren. Ook voor schoolgebouwen is dit een handige oplossing. Leraren hoeven zich geen zorgen meer te maken over de luchtkwaliteit in hun klas en kunnen zich volledig focussen op het lesgeven. De enige voorwaarde is dus wel dat er een gebouwbeheer-/ventilatiesysteem aanwezig is

Kortom, een CO2-concentratiemeting die hoger is dan de aanbevolen of vereiste waarde is een goede indicator voor de mate van ventilatie en/of een te hoge bezettingsgraad in een ruimte. Een lagere CO2-concentratie geeft aan dat er voldoende geventileerd wordt, maar garandeert niet voor 100% dat er weinig of geen coronabesmettingsgevaar is. We moeten immers ook de andere coronaregels in acht nemen. Toch begrijp ik de keuze van de Belgische overheid om CO2-meters in zoveel mogelijk openbare ruimtes verplicht te stellen. Meten is, ook wat dit betreft, nog altijd weten. 


Bronnen websites: 

https://www.health.belgium.be
https://www.nu.nl

 

Laat een reactie achter